Visie op onvoorwaardelijk ouderschap

Tine     04.08.2019

Onvoorwaardelijk ouderschap werd voor het eerst beschreven door Alfie Kohn. Het wordt wel eens samengevat als ‘opvoeden zonder straffen en belonen’. Volgens mij onterecht. Ik vind dat dit niet de volledige lading dekt.

Het klopt dat een onvoorwaardelijke opvoeding er één is zonder straffen en belonen. Maar het is ook je kinderen empathie bijbrengen, probleemoplossende vaardigheden aanleren, leren kiezen, … Onvoorwaardelijk ouderschap houdt in dat je je als ouder niet boven je kinderen zet, maar je kinderen als gelijkwaardige gesprekspartners stelt.

Opvoeden zonder straffen en belonen roept bij mij de vraag op “hoe moet ik er dan wel voor zorgen dat mijn kinderen naar mij luisteren”. Het onvoorwaardelijke idee is net dat je deze machtspositie verlaat en via dialoog tot oplossingen komt.

Laat ons eens in detail kijken naar het boek Unconditional Parenting van Alfie Kohn.

Inleiding

In de inleiding nodigt Kohn ouders uit om stil te staan bij het einddoel van je opvoeding. “Dat mijn kinderen gehoorzaam zijn” is iets wat weinig ouders zullen antwoorden, terwijl de dagelijkse opvoedpraktijk hier vaak op neerkomt. Om waarden en normen mee te geven aan je kinderen is het belangrijk dat kinderen leren nadenken over ideeën, ook deze van de ouders.

Al sinds hij jong is, kleedt hij zich zoals jij het vroeg; gedroeg hij zich zoals jij het vroeg; zei hij de dingen zoals jij het vroeg. Hij luistert naar iemand anders om te weten wat hij moet doen. En dat is niet veranderd, hij luistert nog steeds naar iemand anders. Het is alleen niet meer jou, maar zijn vriendengroep (p. 7).

1. Voorwaardelijk ouderschap

In het eerst hoofdstuk ‘voorwaardelijk ouderschap’ legt Kohn uit wat hij bedoelt met voorwaardelijke en onvoorwaardelijke liefde en legt hij de mogelijke negatieve gevolgen van voorwaardelijke liefde uit.

Er zijn grosso modo 2 manieren om je kind op te voeden: conditioneel of onconditioneel. In het eerste geval toon je liefde aan je kind wanneer deze zich goed gedraagt of wanneer deze iets presteert. In het 2e geval toon je liefde, ongeacht wat het kind doet/ gedaan heeft. Sterker nog, een kind heeft wanneer deze zich ‘misdragen’ heeft net meer de uiting van liefde nodig.

Gedrag dat een kind stelt zijn louter de uiting van gevoelens, gedachten, noden. Het gedrag op zich doet er niet toe, het gaat om het kind: wat heeft hij/zij nodig? Sommige ouders vrezen dat kinderen dan zullen ontaarden in kleine monstertjes die opzettelijk het leven van hun ouders zuur maken vanuit de idee “ik word toch graag gezien”. Dat klopt niet.

Dit idee komt voornamelijk voort uit het economisch model “voor wat, hoort wat”, maar dit geldt niet voor ouderlijke liefde. Dit is een ‘zomaar’ pakje, alle dagen opnieuw. Wanneer kinderen te veel voorwaardelijke liefde gevoeld hebben, zullen ze ook voorwaardelijk van zichzelf houden, wat nefast is voor het zelfbeeld.

2. Liefde geven of onthouden

Onvoorwaardelijk ouderschap betekent (onder andere) opvoeden zonder straffen en belonen. Dit komt aan bod in hoofdstuk 2. Dat straffen niet zo positief is, is al meer geweten. Maar belonen werkt volgens hetzelfde principe.

Wie zijn kind beloont, geeft hierbij aan dat het kind enkel de liefde van de ouders waard is als hij dat gedrag stelt. Wanneer je bijvoorbeeld zegt “goed dat je gedeeld hebt”, dan gaat het kind volgende keer willen delen om beloond te worden. Indien een kind gedrag stelt om er beloond voor te worden (extrinsieke motivatie) vermindert de interesse om de activiteit te doen (intrinsieke motivatie).

3. Te veel controle

‘Te veel controle’ is de titel van het derde hoofdstuk. Ik haal er enkele kernideeën uit.

Wie zijn kind wilt controleren, komt bedrogen uit. Het is immers een illusie dat je mensen kan controleren. Wanneer kinderen te veel gecontroleerd worden (“omdat ik het zeg”), verliezen ze hun zelfcontrole, wat kan leiden tot verschillende problemen.

Wie zich het meeste zorgen maakt of hij zijn kinderen wel in bedwang heeft, hebben hun kinderen meestal net het minste in bedwang. ‘Ja-knikkers’ hebben we niet nodig, wel mensen met creativiteit.

4. Straffen

In het vierde hoofdstuk komt straffen en de nadelen van straffen aan bod. Bij straffen denken de meeste mensen aan fysieke straffen, wat uiteraard niet goed is. Het alternatief: time-out, negeren, … zijn in feite emotionele straffen.

Consequenties zijn ook een vorm van straf. Het idee ‘wanneer een kind zijn jas vergeet, zal hij koud hebben en uit deze leersituatie zijn jas niet meer vergeten’ klopt niet. Wat hij ondervindt is dat zijn ouders hem niet hielpen, terwijl ze dat wel konden.

5. Pushen naar succes

In hoofdstuk vijf spreekt Kohn ouders aan die hun kind ‘pushen’ naar succes. Hij heeft het ook over punten op school. Ouders die hun kind stimuleren voor succes zijn misschien meer met hun eigen behoeften bezig dan met die van hun kinderen.

Leerlingen punten geven (of kwalificaties zoals A, B, C) maakt dat leerlingen leren voor goede punten in plaats van leren om een probleem op te kunnen lossen of een verhaal te kunnen begrijpen.

Sommige ouders zijn bezig met hoe ze hun kind zo snel mogelijk aan het lezen kunnen krijgen, in plaats van zich af te vragen op welke manier kinderen plezier beleven aan lezen.

6. Wat houdt ons tegen?

Als ‘voorwaardelijke technieken’ dan zo nefast zijn, waarom passen zo veel ouders deze dan toe? Hierover heeft Kohn het in zijn zesde hoofdstuk. De redenen hebben te maken met aannames, vooronderstellingen, eigen geschiedenis, angsten…

7. Principes van onvoorwaardelijk ouderschap

En dan komt de (lang verwachte) ‘hoe dan wel’? Kohn start eerst met enkele prinicpes in hoofdstuk 7, waarna hij adviezen geeft in hoofdstuk 8.

Kohn beschrijft 13 prinicipes, 12 gemeende en 1 mopje (overgenomen van kroost.org)

1. Wees reflectief

Kijk naar jezelf, naar jouw gedrag als ouder. We zijn niet feilloos, we maken soms fouten. Dat hoort er nu eenmaal bij. Terugkijken naar hoe je iets hebt aangepakt en daarbij bedenken wat je zou kunnen veranderen een volgende keer, daar groei je van.

2. Denk na over je verzoeken

Soms vragen we dingen van kinderen, uit gewoonte, of omdat het ons goed uitkomt. Het is goed om daar bewust mee om te gaan: is wat wij vragen wel redelijk? Zou je ook ‘ja’ kunnen zeggen in die situatie? Wat is jouw behoefte om dit verzoek te doen?

3. Focus op je lange termijndoelen

We schreven al eerder: wat je nu op dit moment verlangt, kan wel eens botsen met wat je op termijn voor je kind en de relatie zou willen. Wil je dat je kind zelfstandig wordt? Laat hem of haar dan ook de ruimte om te oefenen en fouten te maken. Wil je dat je kind respectvol met anderen om leert gaan? Leef dan respect voor. Enzovoorts.

4. Zet de relatie met je kind voorop

Niets is belangrijker dan de band die je hebt met je kind. In de relatie gebeurt het echte werk. Wanneer je de relatie belangrijker vindt dan datgene wat je boos of geïrriteerd maakt, dan krijg je vanzelf een ander perspectief en kom je tot nieuwe inzichten en oplossingen.

5. Verander niet alleen je gedrag, maar ook je kijk op opvoeding

Onvoorwaardelijk ouderschap is géén methode, maar een filosofie. Alleen je handelen veranderen heeft geen zin, als je niet ook op een andere manier over opvoeding en omgaan met je kind denkt. Het gedrag van het kind is telkens een leermoment. Als je op deze manier naar je kind kan kijken, is het gemakkelijker hen te betrekken om het probleem op te lossen.

6. Wees respectvol

Je kind is een mens. Hij of zij is misschien nog klein, weet nog niet veel van het leven, moet nog enorm veel leren, maar in aanleg zijn alle denkbare emoties, verlangens en behoeftes aanwezig. Het helpt misschien om soms te denken: zou ik dit tegen mijn buurvrouw zeggen? Zou ik dit bij mijn partner doen? Juist omdat je kind klein is en jij groter en machtiger bent, is het belangrijk om de grenzen van je kind in acht te nemen. Het is niet zo moeilijk een uk van drie op de gang te zetten, maar welke boodschap geef je daarmee? Leert je kind op die manier zijn eigen grenzen te respecteren en die van anderen?

7. Wees authentiek

Wees jezelf. Sommige opvoedmethodes verlangen een soort toneelstukje van je. Dat je niet boos mag zijn als je boos bent, of dat je altijd positief moet zijn, ook als je dat niet voelt. Uiteraard is het belangrijk dat je die gevoelens uit op een manier dat je kind zich nog steeds gerespecteerd voelt (zie boven), maar dat wil niet zeggen dat je je anders moet voordoen dan je bent.

8. Praat minder en vraag meer

Kinderen leren het meest door zelf ergens achter te komen. Wanneer wij iets vertellen komt het lang niet zo aan. Door vragen te stellen leer je je kind zelf na te denken over een situatie. Wees – oprecht – geïnteresseerd in de reden waarom kinderen iets niet willen doen. Misschien lost het probleem zich dan wel vanzelf op.

9. Hou de leeftijd van je kind in gedachte

Niet iedereen weet iets van ontwikkelingspsychologie. Toch is het handig om op z’n minst na te denken of bepaalde verwachtingen wel passen bij de leeftijd van je kind. Je kunt willen dat je peuter een uur lang stil zit tijdens het kerstdiner, maar is dat wel redelijk om te verlangen?

10. Ga uit van het goede

Kinderen zijn er niet op uit om ons dwars te zitten of expres te klieren. Als je kind dit soort gedrag vertoont, draai het dan eens om: noem ‘uitdagend’ gedrag eens ‘onderzoekend’ of ‘spontaan’. Door soms met een andere bril te kijken, krijgen we ineens een ander perspectief. Een baby gooit zijn speeltje niet op de grond om jou te pesten.

11. Hou niet vast aan je ‘nee’ als het niet hoeft

Het is er flink bij ouders ingepeperd: nee is nee! Daar zou je dan aan vast moeten houden, anders zouden kinderen wel eens een loopje met je kunnen nemen. Daar is echter geen enkele reden voor: je kunt prima flexibel zijn. Je kunt over verzoeken nadenken, en kijken of het redelijk is. En als je eens ‘nee’ hebt gezegd, uit automatisme bijvoorbeeld, dan is er niets mis mee om later tegen je kind te zeggen dat je je vergist hebt. Kinderen nemen dan geen loopje met je, maar ze zullen ervan leren wat redelijkheid is. Wees je wel bewust van verschil tussen wensen en behoeften.

Quote hierbij: “als je niet bereid bent om een deel van je vrije tijd op te geven en als je je huis ordelijk en rustig wilt houden, overweeg dan om tropische vissen op te voeden”.

12. Wees flexibel

Kinderen veranderen. Elke dag, elk gezin, elk moment is anders. Veer mee met het leven, met de ontwikkeling van je kind. Als je niet rigide vasthoudt aan zaken die er eigenlijk niets toe doen, wordt het leven vanzelf wat makkelijker en vrolijker. Het is ook niet nodig dat beide ouders het met elkaar eens zijn. Kinderen krijgen dan het gevoel dat de ouders een front vormen tegen hen.

13. Wees niet gehaast

En deze is het mopje, maar ook wel een beetje waar.

8. Liefde zonder voorwaarden

Net als andere ‘milde personen’, zegt Kohn ook in zijn boek dat we niet hoeven te streven naar perfectie. Onze kinderen zullen zich niet altijd onvoorwaardelijk geliefd voelen. Maar laat dat wel onze doelstelling zijn.

Een onvoorwaardelijk benadering begint met mindful te zijn over het onvoorwaardelijk gedachtegoed. Vervolgens is het ook belangrijk om onszelf, zeker onze vraagstelling naar kinderen, in vraag te (durven/kunnen) stellen.

Onvoorwaardelijk ouderschap houdt in dat je niet alleen ondersteunend en aandachtig kunt zijn wanneer het kind blij is, maar ook wanneer het moeilijk gaat. ‘All weather parenting’ dus.

Onvoorwaardelijk ouderschap houdt in dat

  • je minder kritiek geeft op je kind
  • je specifiek beschrijft waar je kritiek op hebt (je stem was onaardig vs. je bent gemeen)
  • je lichaamstaal/intonatie in overeenstemming is met je uitspraken
  • je een alternatief zoekt voor kritiek (bv. louter beschrijven wat je ziet)

Kinderen die negatief gedrag stellen zijn niet onze grenzen aan het aftasten, maar zijn onze onvoorwaardelijke liefde aan het aftasten.

Geregeld krijgen ouders het advies consequent te zijn (bv. niet zeggen, als je je zo gedraagt ga je nooit meer mee naar de supermarkt. Dit zou niet uitvoerbaar zijn.) Maar het gaat hem niet om winnen, wel om gevechten te vermijden.

Wanneer een kind telkens opnieuw om een ijsje vraagt, kan je op een gegeven moment niet meer antwoorden. Dit is een soort van negeren, omdat er niets meer te vertellen valt. Bemerk dat dit anders is dan het algemeen gekende negeren waarbij ongewenst gedrag meteen genegeerd wordt.

Een time-out kan indien dit op voorhand met het kind werd besproken en het kind de keuze krijgt om er op een crisismoment gebruik van te maken. Wat ook kan is samen met het kind (vooral dat!) uit de situatie gaan, dus niet enkel het kind wegsturen. Zelf een time-out nemen kan uiteraard ook.

Je kan kinderen verwennen door hen te veel dingen te geven, maar niet door hen te veel onvoorwaardelijke liefde te geven. Verwende kinderen krijgen te veel wat ze willen. Het gaat erom dat we als ouder geven wat ze nodig hebben.

In een schemaatje (p. 157):

In plaats vanProbeer
“ik vind het leuk dat je…”zeg niets, observeer aandachtig
“Mooi getekend! Ik hou van je tekeningen.”Beschrijf wat je ziet in plaats van te evalueren: “Hier zie ik dat je tenen hebt getekend aan de voeten van de mensen.”
“Jij bent zo een goede helper!”Leg het effect van het gedrag op anderen uit. “Je hebt de tafel gedekt, dat maakt het koken voor mij veel aangenamer.”
Je hebt een geweldig opstel geschreven.Nodig uit tot reflectie. “Hoe ben je erop gekomen om de aandacht van je lezer te trekken?”
Goed gedeeld, M.Vraag, in plaats van te oordelen. “Wat maakt dat je een stukje van je brownie deelde wanneer het niet moest?”

9. Keuzes voor kinderen

En wat als dit niet werkt? In hoofdstuk 9, ‘keuzes voor kinderen’, beschrijft Kohn plan B. Kinderen hebben het recht om betrokken te worden in keuzes.  Zie ook het principe minder praten en meer vragen. Wanneer kinderen het gewoon zijn om een zegje te hebben, zijn ze ook meer geneigd om te luisteren wanneer iets echt moet. Waak erover dat de keuze die je je kind geeft ook echt een keuze is.

Wat te doen wanneer kinderen iets moeten doen, maar niet willen?

  • gebruik een strategie die zo min mogelijk intrusief is
  • wees eerlijk
  • leg uit waarom je het vraagt (en niet “omdat ik het zeg”)
  • maak er een spelletje van
  • geef het goede voorbeeld
  • geef hen zo veel mogelijk keuze

Een stukje over woede-buien: woedebuien zijn mogelijk niet onvermijdelijk, maar ze zijn geen teken van ‘slecht ouderschap’. In elk geval, wanneer het zich voordoet, reageren we best zo constructief mogelijk.

Regel 1: negeer iedereen rondom jou.

Regel 2: bekijk het eens vanuit het standpunt van het kind, hoe voelt hij zich?

Zorg ervoor dat er niemand in gevaar is en wees zo kalm mogelijk. Laat de woedebui dan overwaaien. Later kan je samen de oorzaak bespreken.

Kohn voorziet eveneens schrijfruimte om dit te oefenen.

10. Het perspectief van het kind

In het tiende en laatste hoofdstuk geeft Kohn enkele adviezen over ‘morele opvoeding’ en geeft hij tips over hoe je je kind kan leren om het perspectief van iemand anders in te nemen.

Veel ouders willen dat hun kind gelukkig is. Maar wat als we onze kinderen kunnen opvoeden zodat ze begaan zijn met het geluk van andere personen? Het standpunt van iemand anders kunnen innemen is iets wat kinderen kunnen leren. Het helpt wanneer ouders het standpunt van het kind kunnen innemen (= geef zelf het goede voorbeeld).

Een heel mooi voorbeeld: 2 kinderen willen met hetzelfde speelgoed delen. “Samen spelen samen delen” zeggen is dan niet zo een onvoorwaardelijk strategie. Het gaat er niet om dat je kind leert om de beurt af te wachten. Dan kijkt hij of zij immers enkel naar het effect op zichzelf, namelijk ‘ik mag dadelijk’.

Krachtiger is wanneer het kind het speelgoedje afgeeft, omdat die weet dat hij of zij het andere kind hiermee een plezier doet. “Kijk eens hoe blij het kindje nu is, nu jij de auto’s gedeeld hebt” is dus een meer onvoorwaardelijke opmerking.

Sandra
25.03.2021 - 07:38

Op Facebook hebben we een groep “pubers opvoeden in vertrouwen”, gebaseerd op de uitgangspunten van Onvoorwaardelijk ouderschap. Mag ik jouw artikel daar plaatsen en wil je misschien lid worden van onze groep? Veel mensen willen wel anders opvoeden maar weten niet hoe.

Reactie

Lees ook

Het verhaal achter Tine

Het verhaal achter Tine

Tine     13.10.2019

Via Brené Brown leerde ik het gedicht ‘de man in de arena’ kennen. Ik loop al lang met verschillende ideeën in mijn hoofd rond. Hier sta ik dan, met het verhaal achter Tine.

Lees meer
Kinderen zijn geen puppy's

Kinderen zijn geen puppy’s: recensie

Tine     18.01.2020

In dit artikel geef ik mijn visie op het boek 'Kinderen zijn geen puppy's' van Jürgen Peeters. Ik geef je ook bronnen om verder te lezen of te luisteren.

Lees meer
Democratisch opvoeden

Democratisch opvoeden

Tine     15.09.2020

In dit artikel deel ik enkele inspirerende quotes die me zijn bijgebleven na de opleiding succesvol democratisch opvoeden bij Jürgen Peeters.

Lees meer

Op de hoogte blijven van nieuwe berichten?